Je camera heeft vaak veel verschillende instellingen. Soms zijn het er zoveel dat je door de bomen het bos niet meer ziet. Gelukkig heeft je camera ook veel automatische instellingen. Maar je maakt niet altijd de mooiste foto’s met de automatische instellingen. Vooral in lastige lichtomstandigheden gaat het sneller mis met mislukte foto’s tot gevolg. Zonde natuurlijk! Na het lezen van dit blog weet jij hoe je jouw camera moet instellen en leer je meer over onder andere het instellen van de sluitertijd, diafragma en de ISO-waarde. Wanneer je zelf de controle neemt over deze instellingen zal je veel vaker een perfecte foto maken!
We beginnen bij het absolute begin. De camera werkt alleen wanneer de aan-uit knop is ingeschakeld. Wanneer je de camera hebt ingeschakeld, maar gedurende enige tijd – meestal dertig of zestig seconden – geen foto hebt gemaakt, zal de camera in ‘slaapstand’ gaan om batterij te besparen. Om hem weer wakker te maken, druk je de ontspanknop half in. Andere camera’s zullen zichzelf dan weer helemaal uitschakelen na een bepaalde periode. Druk opnieuw de aan-uit-knop in om verder te fotograferen.
<<<<<<<Accu / batterij ID1058 voor IES ID1058
Wees flexibel met betrekking tot de omgeving
De omstandigheden kunnen snel veranderen wanneer je binnen foto’s neemt en dit kan lastig zijn. Wanneer de belichting niet goed is (wat vaak het geval is), wil je de volledige controle over je instellingen hebben om het beste uit je foto’s te kunnen halen.
<<<<<<<Accu / batterij Li-42B voor Nisen NP-45 NP-45A FNP-45 EN-EL10 Li-42B Li-40B KLIC-7006 D-Li63
Gebruik een langzame sluitertijd om meer licht op te vangen (vergeet niet dat je met een langzame sluitertijd meer kans hebt op een wazige foto, dus probeer een plekje te vinden waar je toch voldoende licht opvangt en de scherpte behoudt).
Sluitertijd instellen
De belichtingstijd, ook wel sluitertijd genoemd, is de opnametijd van een foto. In de camera zit een sluiter die het licht pas doorlaat zodra je een foto maakt. Bij een korte sluitertijd wordt de sensor kort belicht en bij een lange sluitertijd wordt de sensor lang belicht. Hoe langer de sensor belicht wordt, hoe lichter de foto wordt, indien er sprake is van dezelfde lichtomstandigheden natuurlijk.
De sluitertijd is een belangrijke instelling voor het bepalen van de scherpte in een foto. Een (te) lange sluitertijd kan voor veel bewegingsonscherpte zorgen waardoor je foto mislukt is. Maar het kan ook voor mooie effecten zorgen. Onderstaande foto is gemaakt met een sluitertijd van 20 seconde. Daardoor werden de lampen van de voorbijrijdende auto’s goed vastgelegd. Wanneer je een foto maakt met lange sluitertijden is het wel belangrijk dat je camera niet beweegt. Gebruik dus een statief (of een ander steuntje) om te voorkomen dat je camera beweegt tijdens het fotograferen.
Diafragma instellen
Het diafragma is een lichtsluis die in de lens zit. Met het diafragma bepaal je hoeveel licht er op de beeldsensor valt. De diafragmawaarde wordt aangegeven met het F-getal. Hoe lager het F-getal, hoe meer licht er in de camera valt en dat kan een beetje verwarrend zijn. Bij een diafragma van f/4 komt er dus meer licht in de camera dan bij een diafragma van f/11.
De diafragmawaardes van de meeste objectieven zitten tussen de f/1.4 en de f/32. Het maximale diafragma van een objectief (dus het laagste F getal) staat op de lens zelf zoals te zien is op onderstaande foto. Lenzen met een groter diafragma zijn vaak groter, zwaarder en duurder in aanschaf, maar hebben als voordeel dat je makkelijker foto’s kan maken bij weinig licht.
Leave a Reply